Noord-Antwerps Warmtenetwerk

Warmtegrid met industriële restwarmte

'Restwarmte' is warmte die vrijkomt bij een industrieel productieproces. Een restwarmtenetwerk is een alternatief voor verwarming met fossiele brandstoffen. Het bestaat uit een netwerk van goed geïsoleerde ondergrondse leidingen die warm water van de ene plaats (industrie) naar de andere plaats (industrie en woningen) brengen voor verschillende warmtetoepassingen.

Het Noord-Antwerps Warmtenetwerk maakt gebruik van restwarmte van de roterende ovens van Indaver, waar industrieel afval thermisch wordt verwerkt. In de eerste fase zal het warmtenetwerk de industriële klant Boortmalt, van warmte voorzien, die zich op de lange termijn heeft verbonden en de warmte zal gebruiken in haar mouterijproces. In een tweede fase zal netbeheerder en multi-nutsbedrijf Fluvius een stadsverwarmingsnetwerk aan dit netwerk koppelen, waardoor scholen, openbare gebouwen en 3.200 huishoudens in twee wijken in het noorden van Antwerpen hun warmtevoorziening duurzamer kunnen verkrijgen. Het netwerk heeft in totaal een capaciteit van ongeveer 60 MW. Gezien die schaal mag het maatschappelijk belang van dit project niet worden onderschat. Het warmtenetwerk is een van de instrumenten die de De Stad Antwerpen gebruikt om haar stedelijk energiebeleid te realiseren. Het maakt deel uit van een stadsbreed warmtenetwerkprogramma (Roadmap 2030).

Indaver realiseert het Warmtenetwerk Antwerpen-Noord in samenwerking met de Haven Antwerpen-Brugge. Naast de investeringen van elke partner is ook aanvullende investeringssteun nodig voor het slagen van het project. Beide netwerken kunnen rekenen op Vlaamse subsidies. De Vlaamse overheid stimuleert het hergebruik van industriële restwarmte voor warmtenetwerken.

Warmtenetwerk vermindert CO2-uitstoot met 80.000 ton per jaar

Het warmtenetwerk wordt geïmplementeerd in een gesloten circuit. De warmte wordt overgedragen bij een temperatuur van ongeveer 105°C van Indaver naar Boortmalt, zo'n 10 km verderop in de haven. Boortmalt gebruikt die warmte in het moutproces. Het afgekoelde water (65°C) stroomt terug naar Indaver via een tweede leiding voor hergebruik. Vanuit het eerste deel van het warmtenetwerk gaat een tweede, zogenaamd 'residentieel' netwerk naar sociale woningen, maar ook naar scholen en openbare gebouwen in de wijken Luchtbal en Rozemaai. Ook dat is opgezet in een gesloten circuit, zodat er geen water verloren gaat. Omdat Boortmalt en de residentiële gebruikers vermijden om fossiele brandstoffen te gebruiken, kan er aanzienlijk bespaard worden op aardgas. De overgang van fossiele brandstof naar restwarmte betekent ook een vermindering van de CO2-uitstoot met 80.000 ton per jaar (wanneer de volledige capaciteit van het warmtenetwerk wordt benut). Dat komt overeen met de jaarlijkse uitstoot van 25.000 huishoudens in Antwerpen.

De bouw begon in de herfst van 2022 en de eerste grote werkzaamheden vonden plaats in december van datzelfde jaar. Klik hier om het persbericht te lezen.

Lees hier het persartikel.